‘Het dorp Schalkhaar maakt in 1922 voor het eerst kennis met het dan nog wat omstreden spel dat ‘voetbal’ heet. Dat weerhoudt vooruitstrevende Schalkhaarders er echter niet van ‘een voetbalvereniging’ op te richten. De club tooit zich in rode shirts, zwarte broeken en rode kousen. De vereniging bestaat zestien, soms succesvolle, jaren. In 1938 is het afgelopen. Een speelveld ontbreekt. De Tweede Wereldoorlog breekt uit. Toch speelt een groep jongens voetbal. Zo’n twintig knapen die zich nog niet voor de nazi-bezetters schuil moeten houden, beroeren de bal onder dikwijls primitieve omstandigheden.’ In het jubileumboek ‘Zwart/wit bekeken’ wordt het voorzichtige begin van een voetbalclub zo treffend beschreven.
In 1942, tijdens de oorlog, verzamelt de in het boek genoemde groep fanatiekelingen zich in het achterzaaltje van café Berghuis. Daar richten ze opnieuw een clubje op. Er wordt zelfs een bestuur gevormd. Voorzitter Hans Geijssen, secretaris Ton Groot Koerkamp en Jan de Lange als penningmeester. Gedurende de oorlog staat het voetballen in Schalkhaar echter op een laag pitje. Het oorlogsfront komt het dorp steeds nader. Op 10 april 1945 slagen de Canadese troepen van de regimenten ‘the Winipeg Rifles’, het ‘Canadian Scottish’ en ‘the Regina Rifles’ er uiteindelijk in de Duitse bezetter te verdrijven. Schalkhaar is bevrijd en al vrij vlot na de oorlog zoekt het groepje kornuiten weer ontspanning en vertier in de vorm van voetbal.
De tijd is dan aangebroken om de voetbalvereniging S.V. Schalkhaar definitieve status te geven. Daartoe bezoekt Hans Geijssen in die tijd kapelaan Alfons Olde Loohuis die is belast met jeugd- en jongerenzorg in het na-oorlogse Schalkhaar. De geestelijke wil echter van niets weten: ‘Het is volkomen onnodig om in dit kleine dorp, zo dicht bij de stad, een eigen voetbalvereniging op te richten!’ Nadat er van voetballerszijde is aangekondigd dat veel katholieke Schalkhaarse jongens dan maar lid moeten gaan worden van de protestantse Deventer voetbalvereniging Colmschate, gaat de geschrokken kapelaan letterlijk en figuurlijk uiteindelijk toch door de knieën. Schalkhaar krijgt z’n eigen voetbalclub.
Op 1 september 1945 wordt de oprichtingsvergadering, aangekondigd in de zondagse preek van Olde Loohuis, gehouden in café Berghuis. Piet de Lange wordt voorzitter, Tonny Berghuis secretaris en Bernard Mulder penningmeester. Arnold Geijssen en Herman van Oldeniel treden als lid toe tot het bestuur. Aan het einde van de memorabele vergadering telt de vereniging gelijk 89 leden. Het kerkbestuur besluit in overleg met pachter Bats Haarman een perceel weiland aan de Hagevoorderdijk door de voetballers te laten gebruiken. Door de week grazen er de koeien, op zondag mag (nadat de vlaaien zijn verwijderd) de bal er rollen. Omkleden gebeurt in de achterzaal van café Berghuis, voor het douchen is een buitenpomp beschikbaar en als speelgoed doet, naar verluid, in eerste instantie een ‘gesjoemelde’ Canadese bal van de Westenbergkazerne dienst.
(door Rudy Brouwer, Bron: Jubileumboek ‘Zwart/wit bekeken’)